23 mei 2013

Mijn Thialf

Thialf is een stukje van mij. Ik deel het graag met alle andere mensen die het een warm hart toe dragen en het hoort zeker bij mij.
De eerste 6 1/2 jaar van mijn leven woonde ik op een dikke kilometer afstand van Thialf. Het was, op de fabriek waar mijn vader werkte na, het belangrijkste gebouw van Heerenveen-Zuid, of zoals wij het noemden, Oudeschoot. Bij de fabriek van mijn vader links afslaan, even met de weg mee, lichte kromming naar rechts en daar was het ijsstadion. De halve boog aan het eind van een parkeerterrein.
Wanneer er wedstrijden waren keken we thuis op de tv en wanneer het wat verder in het toernooi was liep mijn vader soms naar Thialf en kon dan gratis naar binnen. De dagen er voor liep hij tijdens zijn lunch naar het stadion en kon soms stukken van de training zien. Heel af en toe noemde hij de naam van een bekende schaatser die hij had gezien. Ik weet nog dat ik daar buiten op de parkeerplaats liep, aan de voet van de muur van de tribune. Ik hoorde het geluid dat ik kort daarvoor nog op de televisie had gehoord. Ik wist hoe het er binnen uitzag en dat gaf me een goed gevoel. Mijn herinnering is gekleurd met kobaltblauw en met helder rood, wit en een toefje oranje. Ouderwetse ijsmutsen en vintage trainingsjasjes. Na de wedstrijd ben ik een keer binnen geweest, lopend langs de houten tribunes. Hier had het zich afgespeeld, hier waren Ard en Keessie en ik was er bij. Weliswaar na de tijd, maar er was een link!.
Het was er soms druk, daar op de parkeerplaats. Allerlei mensen liepen er rond. Ik drentelde er wat, keek wat om me heen en ging weer naar mijn vader, gaf hem een hand en merkte toen dat dit mijn vader niet was. Shit, waar is papa! Waarom staat deze man opeens hier.Ik heb geen idee meer wat de man zei of hoe hij er uit zag. Ik zie alleen nog de zijkant van een lange winterjas en een hand. Geen idee wat er gebeurd is. Ik weet alleen nog dat hij me meenam naar een huis tegenover de parkeerplaats. Een huis met een puntdak, links de deur, rechts het raam van de woonkamer. Een vrouw deed open, ik werd binnen gehaald. Werd de woonkamer in gebracht en daar zaten nog wat mensen. De vrouw en de woonkamer konden zo meedoen in een film van Alex van Warmerdam. Ik voelde me erg verlegen bij deze vreemde mensen die mij vanaf een groene pluche bank aankeken. De man ging weer weg en ik kreeg een glas sinas. En dan houdt mijn herinnering op. Mijn vader is naar huis gegaan om te kijken of ik daar was, toen weer terug en kennelijk heeft hij me gevonden. Hoe? Geen idee.
We zijn verhuisd naar een andere plaats toen ik zes was en Thialf was er alleen om af en toe eens te schaatsen. Mijn middelbare school stond in Heerenveen en toen kwam Thialf weer dichterbij. Elke schooldag fietste ik door mijn oude woonplaats, vlak langs Thialf. Wanneer daar internationale wedstrijden waren, was de winkelstraat net zo internationaal. Kleurrijke kleding en buitenlandse talen. Het zinderde een beetje van schaatskoorts. Wie weet was Eric Heiden daar zelf wel of de Spaanse Antonio Gomez.
Af en toe gingen we er schaatsen en veel vaker fietste ik er langs of reed met de trein pal langs het stadion. Als ik met mijn dochters naar mijn ouders ging, wisten ze, "wanneer we met de trein bij Thialf zijn, doen we de jassen weer aan."
Thialf, met zijn eigen station : Heerenveen - IJsstadion. Hordes schaatsfans die bezit nemen van de coupes, vreugde brengen. Pure nostalgie, die nog steeds actueel is en wat mij betreft ook blijft. Thialf hoort bij ons cultureel erfgoed, dit moeten we in ere houden. Waarom iets goeds veranderen? Ik weet dat stilstand achteruitgang is; aanpassen aan de moderne norm en voortgaan vanaf dezelfde plaats.
Het moment dat er besloten gaat worden dat Thialf schaatsstadion nummer 1 blijft, zal mij een trots gevoel geven. Niet alleen de Engelsen hebben oog voor hun erfgoed, ook wij hebben dat!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten