17 september 2013

16. 39 uur.
Een regenachtige maandagmiddag.
Daar, bij de kassa staat een man in een korenblauwe trainingsjas, met daarop de witte letters USSR. Grijs, krullend haar, coupe Jan Wolkers. Tas schuin over de schouders. Een open blik en contact makend met de caissière en de klant voor hem. Af en toe kijk ik naar hem. Opeens ontmoeten onze ogen elkaar. En dan wordt het anders. Waarom kijkt hij naar mij? Wat wil hij van mij? Ojee, straks wil hij wat van mij! Is dit de man van mijn dromen? Dat zou geweldig zijn!. Hoe sta ik naast hem? Hoe staat hij naast mij? Hoe goed zien we er samen uit? Is dit de man die ik thuis en aan mijn vrienden voorstel? En dit allemaal in een split second! Ik leg mijn gelukkig-alleen-maar-gezonde-boodschappen op de band, Vanuit mijn ooghoek zie ik dat hij nog eens kijkt, spannend! Ik kijk weer naar hem, hij kijkt niet meer. Waarom niet? Kijk naar mij! Vind mij interessant en woest aantrekkelijk, zo in het felle licht bij de kassa!
Vrijdagmiddag, een uur of 1. Een bekende Nederlander richt zich spontaan tot mij. Hij is groter dan ik dacht, zijn manier van praten en oogbewegingen herken ik van televisie. Oh, straks worden we dikke vrienden en trekken we er samen op uit!
Geen broer of broertje, veel nichten en nichtjes. Ik werd verliefd op de neven die ik had. Een jongen of man die wat aardigs tegen me zei en ik  twijfelde al of ik misschien verliefd was. Wat een gedoe. En wat leuk.

2 opmerkingen:

  1. Verbazingwekkend hoe snel de hersenen op hol slaan! #chemie!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Je brengt iedere keer weer een glimlach op mijn gezicht.

    BeantwoordenVerwijderen